Het verkleinen van de veestapel, minder vlees eten en CO2-uitstoot verminderen: Er waaien vaak discussies op over koeien. Zijn koeien echt zo slecht voor onze aarde? In deze blog ontdek je dat koeien juist heel behulpzaam kunnen zijn om onze natuur in Nederland te laten floreren. Lees je mee?
Koeien en andere grote grazers hebben allerlei functies op het land. Als ze op de juiste manier worden ingezet, kunnen ze de bodem helpen gezond worden door biodiversiteit te versterken. Dat koeien ons heerlijk vlees en melk geven is super, maar de echte rol van de koe is ons polderlandschap beheren!
Niet alleen bomen zetten koolstof om in zuurstof. Alle planten tot aan de kleinste grassen hebben deze functie. Deze fotosynthese werkt het beste als de bodem gezond is, wat betekent dat er veel bodemleven is en planten de kans krijgen om diep te wortelen. Grote grazers zoals koeien helpen planten door bodems gezond te houden.
Grote grazers, de benaming zegt het al; een grazend dier doet het land ten goede. Door de grassen en planten kort te grazen, blijft de begroeing laag en komen kleine planten niet onder druk door grotere begroeing en bomen. Een divers landschap als resultaat, waardoor allerlei ecosystemen blijven bestaan. Op gezonde polderlandschappen leggen weidevogels bijvoorbeeld graag hun eieren, vinden bijen hun bloemen en krioelt het van de insecten en wormpjes.
Lees ook: Geen stikstofprobleem, met dank aan goede boeren
Als koeien op een stuk land lopen, ploegen ze de bodem licht om. Dat is veel natuurlijker dan een grote ploeg die door boeren wel eens gebruikt wordt. Deze machinale ploeg maakt ondergronds de bodem stuk, terwijl oppervlakkig omploegen de bodem juist verrijkt. Zo kunnen zaden beter ontkiemen en krijgen wortels meer ruimte.
Koeien leggen al grazend hier en daar een verse koeienvlaai neer. De poep van de koeien bevordert biodiversiteit en versterkt het bodemleven. De vlaaien trekken bovengronds mestkevers en vliegen aan en ondergronds wormen en larven. De boer kan bij dit proces een handje helpen door de mest uit de stallen op het land uit te strooien.
Vroeger liepen koeien nog over eindeloze stukken grond, zonder hekken. De grote grazers liepen uit zich zelf steeds naar een nieuw stuk land, waardoor de bodem niet overbelast raakte en het gras en de planten niet helemaal kaal gevreten werden.
Nu het polderlandschap nauwkeurig verdeeld is en afbakend met sloten en hekken, is het aan de boer om het land gericht te bewijden. Door koeien steeds een nieuw stukje land te geven, kan de bodem herstellen voordat de koeien terugkeren. Door gerichte beweiding ontstaan er ook verschillende grashoogtes, wat fijn is voor weidevogels. In het hoge gras kunnen de vogels beschut hun eieren leggen en in het lage gras gemakkelijk insecten van de grassprieten eten.
Lees ook: Beheerd grazen voor een duurzame vleesproductie
Steun natuurinclusieve boeren in hun goede werk!