Soja is populair. Van sojayoghurt, -melk en -kwark tot tofu, tempeh en vleesvervangers. En dat is niet zonder reden! Soja is namelijk een uitstekende bron van eiwitten en het is goedkoop om te produceren. Het kan er tevens voor zorgen dat jij net wat minder dierlijke producten eet, wat minder druk legt op de vleesindustrie. Maar zoals bij veel dingen in het leven, is er een keerzijde aan de medaille. Dit is wat er mis is met soja.
Hoewel soja vaak gegeten wordt als vlees- of melkvervanger omdat dat beter voor het milieu lijkt ze zijn, heeft de productie van soja juist een enorme impact op het mileu. Wist je dat de massale sojaproductie een belangrijke oorzaak is van ontbossing in landen als Brazilië en Argentinië? Sinds 1950 is de wereldwijde productie van sojabonen 15 keer toegenomen. De VS, Brazilië en Argentinië produceren samen ongeveer 80% van alle soja ter wereld. Om aan de groeiende vraag naar soja te voldoen, worden enorme stukken regenwoud gekapt om plaats te maken voor sojaplantages. Dit heeft niet alleen gevolgen voor het milieu, maar ook voor de inheemse bevolking en dieren die in deze gebieden leven.
Soja wordt geproduceerd op land waar niks anders groeit dan soja. Dit wordt monocultuur genoemd. Deze manier van akkerbouw verstoort ecosystemen, vernietigt de bodem, is veel meer afhankelijk van pesticiden en kunstmest en verminderd de natuurlijke weerstand van planten.
Om de sojaplanten beter bestand te maken tegen ziekten en ongedierten, is ongeveer 80% van de wereldwijde sojaproductie genetish gemodificeerd (GMO). Dit houdt in dat de plant zodanig gemodificeerd is dat het resistent voor glyfosaat is (wereldwijd het meest gebruikte bestrijdingsmiddel). De sojaplanten kunnen nu volop worden besproeid, zonder te sterven. Andere planten in het veld, die met de sojaplanten concureren, sterven wel aan de pesticide.
Lees ook: Help de planeet door te kopen van goede boeren
Al in 1985 werd glyfosaat door Environmental Protection Agency gecategoriseerd als een kankerverwekkende stof van klasse C. Dit houdt in dat er tekenen zijn dat deze stof kanker veroorzaakt. Een onderzoek uit 2017 van Europees Agentschap voor chemische stoffen concludeerde echter dat het beschikbare wetenschappelijke bewijs niet voldeed aan de criteria om glysofaat als kankerverwekkend te classificeren waardoor de goedkeuring van de stof met 5 jaar verlengd werd. In 2022 besloot het Europees Agentschap voor chemische stoffen hetzelfde.
Inmiddels is duidelijk geworden dat het Glyfosaat Rapport van het Europees Agentschap voor chemische stoffen gebasseerd was op gebrekkige wetenschap (2021). De meest recente analyse stelt dat er een overtuigend verband is tussen lymfklierkanker en glyfosaat. Daarnaast stellen verschillende onderzoeken dat glyfosaat hormoonverstorend kan zijn. Het is ook in verband gebracht met leveraandoeningen, geboorteafwijkingen en voortplantingsproblemen bij proefdieren; en het kan nuttige darmbacteriën doden en het DNA beschadigen in menselijke embryonale, placentale en navelstrengcellen.
Ook de vleesindustrie is verantwoordelijk voor de productie van soja. Soja is rijk aan eiwitten, vezels, vitaminen en mineralen. Het zorgt ervoor dat dieren gezond blijven en zorgt uiteindelijk voor hoge kwaliteit vlees, zuivel en eieren. Er wordt vaak gezegd dat de vleesindustie daarom verantwoordelijk is voor het de massaproductie sojabonen. Belangrijk om te weten is echter dat de soja die gebruikt wordt als veevoer, een restproduct is. Bij de productie van soja-olie, de op één-na-meest gebruikte plantaardige olie ter wereld, worden sojabonen gecrusht en wordt de olie van de boon gescheiden. De 20% gewonnen olie gaat naar de mens, het 80% overgebleven sojameel wordt gebruikt als veevoer.
Daarnaast zet de Nederlandse diervoederindustrie zich in om ervoor te zorgen dat er bij sojateelt geen natuurgebieden worden aangetast. Dit doen Nederlandse bedrijven door alleen samen te werken met partijen die zich aan strikte eisen houden. Zo wordt ontbossing tegengegaan en zorg gedragen voor goede arbeidsomstandigheden.
Koeien kunnen prima zonder soja. Koeien zijn er op gebouwd om gras te verteren. Ze kunnen alle nodige voedingsstoffen uit gras halen om op een gezonde manier op te groeien. De boeren van Grutto voeren hun koeien daarom gras en in sommige gevallen restanten uit de akkerbouw zoals aardappels, bietenpulp en bierborstel. Op deze manier hoeft er geen apart land gereserveerd te worden voor het verbouwen van veevoer. Het gras groeit immers in de wei waar de koeien lopen. Grasgevoerd vlees is dan ook de meest duurzame manier van vlees eten.
Lees ook: Grasgevoerd vlees, meer dan een health hype
Ook kippen kunnen prima zonder soja. Dat bewijst onze kippenboer Johan Leenders. Hij geeft zijn kippen lokaal voer van restromen uit de akkerbouw, zoals wortels, kurkuma en biet. Hierdoor is buitenlandse soja niet meer nodig en kan voedselverspilling teruggebracht worden. Johan is hierin zeer vooruitstrevend en een van de enige kippenboeren in Nederland die geen soja gebruiken door het kippenvoer. Dit bespaard zo'n 40% aan CO2 ten opzichten van de kip die je in de supermarkt kan kopen. Ontdek de kip van boer Johan Leenders.
De groeiende vraag naar soja heeft een negatief effect op het milieu. Door bewust te kiezen voor producten die niet in verbinding staan met de massaproductie in Brazilië en Argentinië, kunnen we samen een positieve impact maken. Kies daarom altijd voor traceerbaar vlees en traceerbare sojaproducten, zodat je weet waar het vandaan komt en een bewustere keuze kan maken. Bij Grutto kun je er in ieder geval vanuit gaan dat je vlees koopt van boeren die geen soja voeren aan hun dieren.
Ontdek de kip van boer Johan Leenders, die zijn kippen reststromen uit de akkerbouw voert in plaats van soja uit het buitenland.
Ons vlees komt direct van de beste Nederlandse boeren die goed voor hun dieren en de aarde zorgen. Zij maken dus geen gebruik van soja als veevoer.