Dep de vis droog, bestrooi beide kanten met een snufje zout en laat de visfilets afgedekt 1 uur op kamertemperatuur komen. Hierdoor ‘schrikt’ het visvlees minder bij het bakken en wordt de vis makkelijker perfect gaar.
2
Snijd de dille fijn. Meng zout, peper en dille met de olijfolie. Bestrijk de zalmfilets aan beide kanten met de olijfolie.
3
Zet een pan op hoog vuur en doe olie in de pan. Leg de zalmfilet in de pan met de huid onderop.
4
Beweeg de zalm niet in de pan dan gaat de huid kapot! Draai de zalm na 3 tot 4 minuten om.
5
Draai het vuur zachter en bak de zalm nog 1 tot 2 minuten op de kant zonder vel. Zorg dat je de vis niet te lang bakt! Daar wordt wilde zalm snel droog van. De zalm is het lekkerste als je deze rare tot medium rare eet.
6
Garneer de zalm met citroenrasp, citroensap en de overgebleven olie.