Aan de slag

• 1
  Voorbereiding: Begin met het goed schoonmaken van de varkenswangen door eventuele overtollige vetten en vliezen te verwijderen. Dep ze droog met keukenpapier en breng ze op smaak met zout en peper. Je kunt er ook voor kiezen om de wangen vooraf te marineren in een mengsel van kruiden en specerijen naar keuze, zoals knoflook, tijm, laurier, en rode wijn.
• 2
  Braiseren: Verhit een beetje olie of boter in een grote ovenbestendige pan op middelhoog vuur. Braad de varkenswangen aan alle kanten aan tot ze goudbruin zijn. Dit zorgt voor extra smaak en een mooie korst. Haal de wangen uit de pan en zet ze even opzij.
• 3
  Groenten en smaakmakers: Voeg fijngehakte uien, wortels, selderij en knoflook toe aan de pan en bak ze tot ze zacht en lichtbruin zijn. Dit geeft extra smaak aan de saus.
• 4
  Vloeistof toevoegen: Giet rode wijn, bouillon (bijvoorbeeld rundvlees- of groentebouillon) en eventueel tomatenpuree toe aan de pan. Roer alles goed door en breng het geheel aan de kook.
• 5
  Terug naar de pan: Leg de varkenswangen terug in de pan, zorg ervoor dat ze volledig bedekt zijn met de vloeistof. Voeg indien nodig meer bouillon toe totdat de wangen net ondergedompeld zijn. Voeg ook enkele takjes tijm en laurierblaadjes toe voor extra smaak.
• 6
  Braiseren in de oven: Dek de pan af met een deksel of aluminiumfolie en zet hem in een voorverwarmde oven op ongeveer 150-160°C. Laat de varkenswangen langzaam garen gedurende 3-4 uur, of totdat het vlees mals en gemakkelijk uit elkaar valt.
• 7
  Serveer: Haal de varkenswangen uit de pan en houd ze warm. Zeef de saus en breng deze eventueel verder op smaak. Serveer de varkenswang met de saus en bijgerechten zoals aardappelpuree, gestoomde groenten of knapperig brood.