Witrik gaat waaay back! Het is een oud-Hollands ras om trots op te zijn, want ze stonden in de veertiende eeuw al op onze weilanden. Het dubbeldoelras is ijzersterk en ongelooflijk vriendelijk. Als je het ons vraagt, het perfecte plaatje in ons landschap.
Om de oorsprong van de Witrikken te achterhalen, moeten we ver terug in de tijd. Volgens diverse literatuur werden er in de veertiende eeuw al Witrikken gesignaleerd en verkocht in Monnickendam. De runderen zijn ook terug te vinden op schilderijen uit die tijd, wat wel aangeeft hoe oud dit ras is.
In 1995 bedroeg het aantal Witrikken in Nederland maar 3000. Omdat de dieren zo zeldzaam zijn, staan ze op de lijst van zeldzame rassen om in de gaten te houden.
Witrikkoeien hebben door de geschiedenis heen verschillende namen gekregen, zoals ‘Nederlandse Witrug’, ‘Ruggeling’ of ‘Aalstreep’. Waarschijnlijk krijg je door de naam het idee dat de Witrik wit is, maar het ras heeft heel veel verschillende kleurencombinaties. Toch hebben de meeste Witrikken een witte buik en staart, witte de spikkels op de kop en poten en een witte aalstreep op de rug.
Witrik is een sterk en duurzaam rund die erg gezond is en een hoge leeftijdsverwachting heeft. Omdat ze zo rustig en vriendelijk zijn, zijn het zeer geschikte dieren voor zorg- en kinderboerderijen. Het komt daarom ook voor dat de dieren als hobby-koeien worden gehouden.
Witrik is een dubbeldoelras en wordt voornamelijk gehouden voor de melkproductie. Bij Grutto niet, wij geven ook een bestemming aan het heerlijke vlees. Het vlees van Witrik is mals en dooraderd. Op een gekke wijze heeft het vlees van het oud-Hollandse ras een ouderwetse rundvleessmaak. Zoals oma het vroeger maakte!
Onze boer Sjaak is één van de gelukkige boeren die het Witrik ras houdt. Op zijn boerderij hebben de koeien een vrije uitloopstal waar ze tussen de houtsnippers kunnen lopen. Nu vraag je je misschien af: “Houtsnippers?” De houtsnippers zorgen ervoor dat de stikstof uit de mest kan binden aan de koolstof in de houtsnippers. De stikstof uit de mest kan op deze manier niet vervliegen en zo ontstaat er minder CO2-uitstoot.
Het voer van de koeien bestaat uit eigen hooi, zelfverbouwde maïs, bietenpulp met granenmengsel en gras. Pas wanneer de koeien tussen de drie en zeven jaar zijn worden ze geslacht, waardoor ze alle tijd krijgen om lekker te genieten van het mooie leven op Sjaak’s boerderij. Lekker bezig Sjaak!