Wie speurt in de kerkboeken van het oude witte kerkje in Den Hoorn of in de archieven van de gemeente Texel komt de naam Lap tegen vanaf 1570.
Er woonden in het dorp twee takken Lap, één zeevarende en één landtak, die hun brood verdienden in het loodswezen, vissen en het houden van schapen. Uit deze laatste stam komt Jaap. Het houden van schapen werd hem met de paplepel ingegoten door zijn ouders.
Jaap praat met veel passie over zijn boerderij, schapen en de iconische Texelse Kerktoren waar hij op uitkijkt. Al jarenlang maakt Jaap veel van zijn benodigdheden op de boerderij van gejut hout. Hij beschermt de nesten en doet aan slootkantenbeheer zo krijgen de weidevogels weer kans!
Na jaren een gemengd bedrijf te hebben gehad, beperkt Jaap zich nu hoofdzakelijk tot het houden en fokken van Texelse schapen.
Op de boerderij van Jaap lopen 150 moeders en 250 lammeren. Naast schapen heeft Jaap ook paarden staan. Hij gaat er graag met de koets op uit.
Veel van de weilanden van Jaap zijn omringd door karakteristieke tuinwallen. Die zorgen bij harde wind voor luwte voor de jonge lammeren die al na een paar dagen naar buiten gaan met hun moeder.