De Faroer Eilanden zijn al eeuwenlang afhankelijk van de zee. Zonder deze natuurlijke bron zouden er waarschijnlijk nooit mensen zijn neergestreken op deze afgelegen eilanden. Doordat de visgebieden beschut liggen, weg van sterke wind, is het mogelijk om het hele jaar rond te vissen.
Wat ooit kleinschalige kustvisserij was, is inmiddels uitgegroeid tot een van de modernste en best georganiseerde visserijsectoren ter wereld. Hoewel veel visserij plaatsvindt vanuit kleinere dorpen met eigen havens, is Tórshavn het bestuurlijke, economische en logistieke hart.
De visserij concentreert zich vooral op: kabeljauw, roodbaars, schelvis, koolvis en heilbot.
De visserij rond de Faeröer staat bekend om haar streng gecontroleerde quota en respectvolle vismethoden. Veel roodbaars wordt met lijnen of bodemvriendelijke netten gevangen. Dit zorgt voor minder bijvangst en minimale schade aan het ecosysteem.
Een belangrijk deel van de vangst wordt verwerkt op de eilanden zelf.